Menu

‘We zijn geen visionairs, maar hebben wel een missie’

Samen met zijn broers Cor en Herbert staat Wilfred van Werven (44) aan het hoofd van het familiebedrijf dat zijn opa Willem kort na de Tweede Wereldoorlog begon als zzp’er. In 75 jaar tijd groeide Van Werven Infra & Recycling uit tot een internationaal opererend bedrijf, waar de waarden hetzelfde bleven. “Mijn opa begon te dienen vanuit de coöperatieve gedachte van een trekker delen”, vertelt Wilfred. “Wij doen dat nog steeds, maar op een eigentijdse manier.”

De ruggengraat van het bedrijf

“Mijn broers en ik zijn geboren en opgegroeid op de zaak in Oldebroek. Als kleine jongens zaten we al op het spatbord van de trekkers, hielpen we op zaterdag mee de auto’s te wassen en aten we een visje mee in de kantine. Zo hebben we al jong de waarden meegekregen van onze opa, vader en ooms. We zijn opgegroeid in een nest waar coöperatieve en maatschappelijke belangen een rol spelen.

Mijn opa begon dit bedrijf in 1945 vanuit de gedachte dat een trekker een dure machine is en dat het daarom beter is om met een aantal boeren zo’n machine te delen. Om de investering eruit te halen, kocht hij er een kipper bij, waardoor hij ook in het grondverzet aan de slag kon. Het bouwafval nam hij mee retour en recyclede hij. 75 jaar later doen we het nog steeds zo, maar dan in het groot: we komen niet met diensten en producten waar niemand om heeft gevraagd, maar met oplossingen waar vraag naar is. We zijn geen visionairs, maar werken vanuit een missie waarin samenwerking en duurzaamheid de drijvende krachten zijn en waarmee we maatschappelijke impact nastreven.

De drie pijlers waarop mijn opa Willem, mijn vader Hendrik en ooms Jan en Gerrit het bedrijf opbouwden, bestaan nog steeds: duurzame infrastructuur, recycling van afval tot grondstof en bodemvruchtbaarheid. En machines verhuren we, net zoals opa, nog altijd. Dat is de ruggengraat van het bedrijf. Maar we doen het wel op de eigentijdse manier: daar waar het kan zoveel mogelijk emissiearm of emissieloos. Waar nodig bouwen we machines in samenwerking met partners om, om deze doelstelling te realiseren. We zijn koploper in de verhuur van elektrisch en/of emissiearm materieel.”

Elektrische Ahlmann, een 100% elektrische machine die we in samenwerking met Ahlmann zelf hebben gebouwd. 

​Toekomst verzilveren

“Het gaat me aan het hart hoe we omgaan met de aarde en de natuur. Het evenwicht is verstoord. De focus moet veel meer op duurzaamheid liggen, wat mij betreft. Ik ben er echt van overtuigd dat er wat moet gebeuren om deze planeet leefbaar te houden voor onze kinderen en kleinkinderen. Wij dragen het rentmeesterschap. Ik zie onze generatie als een transitiegeneratie met oog voor de dag van morgen. Dat moeten we doen met elkaar, met overheden, met onze klanten. Er is heel veel toekomst te verzilveren.

Nu overvragen we de bodem. Dat kan niet goed blijven gaan. Daar moeten we met landbouwers en de maatschappij anders naar kijken. Ik heb ook de antwoorden niet allemaal, maar dat het over tien jaar anders is, staat voor mij vast.

Daarin willen we als bedrijf ook voorop lopen door mee te denken en te innoveren richting zero emission. Met Van Werven Agro zijn we actief met bijvoorbeeld diepploegen en kilveren, maar ook met groenbeheer. Dat is niet alleen bomen zagen en hagen snoeien, maar ook bomen aanplanten, met het oog op CO2-reductie. Van de afvalstromen maken we samen met ons dochterbedrijf Heicom hoogwaardige compost voor  urbanisatieprojecten, zoals de aanleg van parken en daktuinen, maar ook voor de landbouw. Ook met Van Werven Infra werken we op het gebied van grondverzet aan verduurzaming. En met Van Werven Recycling zijn we niet alleen inzamelaar, maar ook verwerker. Van puin maken we bijvoorbeeld betonstapelblokken en nieuwe bouwstoffen als granulaat. Harde plastics worden verwerkt tot nieuwe grondstoffen.”

Plastic granulaat: het eindproduct van onze kunststofrecycling is de grondstof voor nieuwe plastic producten.

Hoog op de berg

“We moeten stappen zetten voor de lange termijn. Om ver te kijken, moet je soms hoog op de berg klimmen. Daarvandaan kun je ver kijken. Maar daar vang je ook veel wind. Het is de kunst om ook in de hectiek van de dag op de berg te blijven staan. Dat lukt niet altijd. Soms glij je uit, of sta je te vroeg te hoog. Dan moet je een stapje terug doen. Of wachten tot de tijd er wel rijp voor is.

Om iets te bereiken moet je durven denken in samenwerking, in rentmeesterschap en naastenliefde, in plaats van dividendgericht. Dat is wat mijn opa en mijn vader ons hebben meegegeven. Zij zijn voorbeelden voor mij. Ze deden het op hun eigen manier, en dat hebben ze bij ons ook altijd gestimuleerd. Mijn vader zei altijd: ‘Jongen, dat hoef je me niet te vragen, doe het zoals jij denkt dat het goed is’. Van mijn vader – helaas al bijna twintig jaar geleden overleden – heb ik al jong geleerd om mee te denken in beslissingen. Hij was heel goed in staat om te organiseren, maar doordat hij analfabeet was, kon hij niet zelf de contracten lezen. ‘Lees me dat eens voor. Staat hier wat ik heb afgesproken?’ Daardoor kreeg ik al op twaalf-, dertienjarige leeftijd heel veel mee over het bedrijf en hoe hij over dingen dacht.”

​Rentmeesterschap

“Natuurlijk doen wij het anders dan de generaties van mijn opa en mijn vader. Dat moet ook. Maar de waarden die we van hen hebben meegekregen, gelden nog steeds. Goed voor je mensen zorgen, je ervan bewust zijn dat zwaar werk ook gezond moet zijn, dat hebben we van huis uit meegekregen. Dat is óók duurzaamheid en verantwoordelijkheid dragen voor de maatschappij.

Mijn opa en mijn vader dachten in kansen en zagen de mensen. Ik kan me herinneren dat er op zaterdag mensen op de fiets langskwamen om te vragen of er werk was. Mensen die wilden werken, waren altijd welkom. Papieren of ervaring hadden ze niet, het leren zou wel komen in de praktijk. Dat werkt nu allemaal net iets anders. Onze mensen zijn op hun vakgebied veel beter dan ik.

Mijn vader heeft ons altijd de ruimte gegeven. Meewerken en meedenken was iets vanzelfsprekends, maar er hingen geen voorwaarden aan. Het was geen ‘moeten’. We deden het graag en we wisten eigenlijk niet beter. Het bedrijf was de familie en de familie was het bedrijf. Daar was geen scheiding tussen.

Dat wij doen wat we doen, en hoe we het doen, hebben we meegekregen van vader op zoon. We hebben in de vorige generatie gezien dat het mis kan gaan. Mijn vader was het cement tussen de stenen; na zijn overlijden zijn zijn twee broers met elkaar in onmin geraakt en dat is jammer. Dat doet nog steeds pijn. Mijn broers en ik zijn mede daarom bezig met een familiestatuut, waarin we vastleggen hoe we met elkaar omgaan, wat onze wensen zijn. We zijn leeftijdsgenoten – mijn broers zijn een jaar jonger dan ik – maar heel verschillend. Dat is een kracht, als je er goed mee omgaat.

Ik hoop dat wij het rentmeesterschap kunnen doorgeven. Het doet me goed dat de kinderen van mijn broers – die van mij zijn nog te klein – ook op zaterdagochtend komen meehelpen de auto’s te wassen. Ze hebben ondertussen een trekkerrijbewijs en gaan al regelmatig mee op karwei. Ik had gewild dat mijn vader en opa dat hadden kunnen zien. Ze zouden trots geweest zijn.”

Tekst: Natascha Kayser
Bron: Agritrader