Menu

Over onze bodem, slimme boeren en duurzaamheid

Onze landbouwgrond raakt uitgeput, bewijzen onderzoeken. Ook in de Flevopolder, de groentetuin van Europa. Er gaat veel mis, maar gelukkig ook veel goed. Duurzaamheid krijgt betekenis.

De Land en Tuinbouw Organisatie (LTO) concludeert dat boeren vast in het systeem zitten. Hoge grondprijzen, zowel voor kopers als pachters van akkers, dwingen boeren ertoe intensief te telen, in plaats van de grond de rust te geven die het óók nodig heeft. De hoeveelheid organische stoffen neemt af, de olie in de machine. Ze geleiden vocht en voeding. Daarnaast verdicht de grond door zware machines, nadelig voor wortels om te groeien en aan hun zuurstof te komen.
 

Niet in de brand, maar op het land

Boeren met visie voor de toekomst nemen zelf de goede beslissingen. Van Werven levert jaarlijks 30.000 ton aan compost bij akkerbouwbedrijven. “Ik zie heel veel ondernemerschap bij deze boeren”, zegt Tiemo Buist, biomassa-specialist bij Van Werven. “Ze denken aan de toekomst en weten heel goed waar ze mee bezig zijn. Ze hebben een alles omvattend plan voor hun grond, waarvoor ze jaarlijks investeringen doen, maar waardoor ze ook over dertig jaar nog succesvol zullen telen.”

Van Werven composteert groenafval. Akkerbouwers gebruiken het om hun grond mee te verrijken.

Organische stof

De ideale landbouwgrond bevat volgens akkerbouwers uit de Flevopolder rond de 5% organische stof, maar in sommige gevallen ligt dat percentage veel lager. Het toevoegen van compost (rond de 20% organische stof) aan de grond kan dat percentage weer op een gezond niveau brengen. Veel boeren laten daarnaast hun stro op het land hakselen, in plaats van het te verkopen, zaaien groenbemester na de teelt en bemesten hun land. De kern van het verhaal: je kunt niet je teelt blijven onttrekken aan de natuur, zonder weer iets terug te geven. De grond stopt veel van zichzelf in de gewassen en heeft daarvoor iets terug nodig. Om die reden worden steeds grotere percentages van groenafval terug op het land gebracht. Organische stof blijft in de natuur.

De kern van het verhaal: je kunt niet je teelt blijven onttrekken aan de natuur, zonder weer iets terug te geven.

Diepploegen met plussen en minnen

Diepploegen is een manier om het probleem van verdichting van de grond te verhelpen. De voor van 30 centimeter waarin alle teelt plaatsvindt, klinkt in, waardoor er bij het ploegen (in de polder) steeds een stukje zwaardere klei bovenkwam. Door een stuk dieper te ploegen kwam zand omhoog, wat de bodem weer lichter maakte. Het leidt er ook toe dat de akkerbouwer in het voorjaar eerder het land op kan en in het najaar langer door kan werken. Tegelijkertijd maakt diepploegen de grond armer. Dat laatste is de kritiek die er is op té diep ploegen.

“In zand zit weinig voeding.” Herbert van Werven is manager bij Heicom, de specialist in bodemverbetering. In de jaren ‘90 zat hij zelf bij moederbedrijf Van Werven op de trekker om te diepploegen. “Het effect toen op korte termijn was geweldig. Er ontstond een soort gekte. De ene boer wilde nog meer zand naar boven halen dan de andere. Niet snel daarna kwam men erachter dat diepploegen niet op zichzelf kan staan. Het behoeft een integraal plan. Men weet dat je zandgrond moet verreiken met organische stof. Of door mengspitten bijvoorbeeld, wordt er weer een goede verhouding tussen zand en klei gecreëerd.”

Boeren die een totaalplan hebben, zijn erg tevreden over hun akkers, merkt Buist. “Ze zeggen: ‘We kunnen eerder het land op in het voorjaar, later eraf in het najaar en dat is in tijden van schaalvergroting prettig. Door het gericht toevoegen van organische- en voedingsstoffen is de grond vruchtbaar en er is minder tarra.”

Groenafval belandt terug op het land, zodat de organische waardes op pijl blijven.

Voedingsstoffen op maat

Om een goed beeld te krijgen laten akkerbouwers hun grond regelmatig bemonsteren. Met de resultaten weten ze precies wat er aan schort wanneer ze een bepaald gewas willen zaaien. Boeren die precies weten wat ze willen kunnen via bedrijven als Heicom  Kiezen uit meerdere soorten compost. En daardoor kiezen voor het meest geschikte product.

De ontwikkeling blijft doorgaan. Herbert van Werven werkt met Heicom continu aan bodemverbeteraars, die bijvoorbeeld op golf- en sportvelden en in stadsparken worden toegepast. “We zijn op dit moment aan het testen met veen, waar maar liefst 35% organische stof in zit. Het gaat om gekeurde grond, zonder ziektes, aaltjes en onkruid, die buiten de mestwetgeving valt. Het nadeel: het is duur om grootschalig toe te passen. De vraag is echter wat duur is, als je vervolgens een optimum creëert tussen investering en opbrengst.”

Dat is de vraag die iedere akkerbouwer bezighoudt. Welke investering is gewenst voor goede gronden, bovendien economisch haalbaar én duurzaam? Eén ding is zeker, kortetermijndenkers krijgen vroeg of laat de wind van voren. Want onze gronden moeten nog tot in lengte van dagen ons voedsel produceren.

De voordelen van compost op akkerbouwgronden

  • Compost mag het hele jaar door gestrooid worden, in tegenstelling tot mest
  • Compost bevat behoorlijk meer organische stof dan mest. In mest zit weer meer voeding.
  • Onderzoek wijst steeds vaak uit: de natuur heeft behoefte aan zijn eigen producten. Wat je eruit haalt, moet er ook weer in. Humus is een onmisbaar bestanddeel in grond.