Menu

‘Wij mogen 135.000 kuub grond verzetten’

Het is eind januari als we een kijkje nemen op de PARO Kade in Amsterdam. Of nou ja, kade? Dat is wat het moet worden. Op dat moment bestond de ‘kade’ vooral uit zand, een hoop stortstenen en een aantal machines van Van Werven. Vier vragen aan uitvoerder Ton Mouris.

1. Sinds wanneer is Van Werven hier aan het werk?

"Begin oktober vorig jaar zijn we hier van start gegaan voor Voorbij Funderingstechniek. Dit bedrijf maakt de kademuur en heeft het werk als geheel aangenomen van PARO, een dienstverlener in afvallogistiek en afvalverwerking. PARO, die aan het Noordzeekanaal gevestigd is, heeft geen loswal en wil hiermee graag uitbreiden. Door het samen met het Havenbedrijf te ontwikkelen, kunnen in de toekomst meer bedrijven van de loswal gebruik maken. Het plan is om er een insteekhaven te maken: een doodlopende haven waarvan de invaart een hoek met de vaarweg maakt. Schepen met een maximale lengte van honderddertig meter en een maximale breedte van twintig meter kunnen er aanleggen.”

​‘Wij mogen 135.000 kuub grond verzetten. Hiervan moet zeker acht en een half meter onder water ontgraven worden’

2. Voorbij Funderingstechniek maakt de kademuur, wat mogen 'wij' doen?

“Wij mogen 135.000 kuub grond verzetten. Hiervan moet zeker acht en een half meter onder water ontgraven worden. Dit betekent dat een eerste lange giek de klei- en veengrond afgraaft, zo ver en diep als mogelijk is. Als je graaft, kom je uiteindelijk op een zandlaag terecht en deze zal anderhalf à twee meter apart ontgraven moeten worden. De tweede laag, die niet vanaf de vaste wal te bereiken is, gaan we ontgraven met een kraan vanaf een ponton. Deze ponton ligt ongeveer vijf meter vanaf de kant vast door middel van spudpalen. Met regelmaat zullen we de ponton moeten verleggen, door de spudpalen omhoog te brengen. De grond die gegraven is, slaan we om op de wal, vervolgens mikt een andere kraan de grond in dumpers die heen en weer rijden naar het depot. Mocht het zand te hard zijn, dan moeten we de grond eruit pompen. Maar vooralsnog gaan we hier niet vanuit. Het graven met een kraan gaat veel sneller en bovendien zijn we bang dat er teveel klei in de zandlaag zit waardoor je deze niet makkelijk kunt wegpompen. Al met al hopen we, als straks alle vier de kranen aan het werk zijn, minimaal 1.000 kuub per dag te kunnen ontgraven. Een shovel rijdt rond om de rijbanen en rijplatenbaan op orde te houden en ongeveer vier dumpers zullen af en aan grond rijden. Oftewel, we hebben hier aan het Noordzeekanaal een leuke uitdaging.”

3. Is Van Werven klaar als we op diepte zitten?

“Nog niet helemaal. We zullen eerst met een peilboot met sonarapparatuur meten of we de goede diepte hebben ontgraven. Uiteraard ga je een paar tientallen centimeters dieper graven dan nodig is. Immers, de binnenvaartschepen die hier langs varen, hebben een aardig gangetje en daardoor is er flinke golfslag. Gelukkig houdt de waterdruk veengrond tegen, maar hierdoor bestaat de kans dat we, als we helemaal klaar zijn, alsnog een opschoonslag moeten maken over het hele gebied dat we ontgraven hebben. Tot slot moeten we een nieuw talud maken met de stortstenen die we voor het graven eraf gehaald hebben. Door het te zeven kunnen we de stenen goed scheiden van het weggehaalde houtwerk en geotextiel en kunnen we het hergebruiken. Dit talud moet gemaakt worden zodat de kade beschermd is voor golfslag en afkalving.”

4. Aan je enthousiasme merk ik dat je het een leuke uitdaging vindt...

“Zeker, ik houd van grondverzet. Het is werk dat bij mij past. Mijn vaders boerderij stond naast Streefkerk. Zo kwam Streefkerk altijd bij ons over de vloer. De eerste dag na mijn examen zat ik thuis en kwam hij een kop koffie drinken. ‘Moet je niet naar school? Je kunt morgen bij mij beginnen.’ Dat heb ik gedaan en ik ben nooit meer weggegaan.”

Uitvoerder Ton Mouris vertelt enthousiast over dit nieuwe werk

Ponton, of toch een schip?

Het werken vanaf een ponton is voor Van Werven niet onbekend. Met regelmaat doen we dit in een natte bouwkuip. Dan moet er eerst een stabiliteitsberekening gemaakt worden en kunnen we aan de slag. In dit specifieke geval aan de PARO Kade ligt de ponton in open water. Dat betekent dat het, net als alle Europese schepen, een officieel European Number of Identification (ENI) moet krijgen en het moet voldoen aan alle wettelijke veiligheidsmaatregelen van een schip. Dat betekent bijvoorbeeld dat er een veiligheidshek langs de reling moet komen, brandblussers, een schietpistool voor signalen, boeien, een reddingsboot en een bordje hoe te handelen met drenkelingen. Maar we moeten ook voldoen aan de nodige vergunningseisen. Zo moeten de kraanmachinisten een marifonie-examen afleggen zodat ze kunnen communiceren met ander binnenvaartverkeer. Tot slot, moet dit heuse ‘Van Werven-schip’ natuurlijk ook een naam krijgen. Jawel, het zal ‘Van Werven 01’ gaan heten, met ligplaats ‘Ouderkerk aan de Amstel’. Een behouden vaart gewenst!